Vervolg literatuur
- Situatietekening: Het Utrechts Archief: 1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken
over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers; hierin nr 4282-45-13 ("Holle Bilt en Vissersteeg, 1875").
Het betreft een bijlage bij een advies, overgelegd 20-10-1875, tot overname door de Gemeente Utrecht van het kadastrale
perceel Sectie C, nr 3304 (ged.) van F.W. de Leur. Het gaat om het oostelijke eenderde deel van het perceel, in het
resterende deel staat "Aangevraagd door F.N.(?) de Leur".
(Toelichting: de term 'aanvraag' zal betrekking hebben op een
bouwaanvraag tot verbouwing van het volledige perceel - zie bouwtekeningen
van 10-12-1874
en 03-06-1875.
Deze bouwtekeningen betreffen de dan samen te trekken panden
wijk E, nr 247
en wijk E, nr 248 (minuutplan: resp. sectie C, nr 1867 en 1866).
Kennelijk wilde de gemeente dat bouwplan tegenhouden om hier een begin te kunnen maken met de verbreding van de Hollebilt
door aankoop en sloop van het sterk naar voren springende deel van de bebouwing (globaal: wijk E, nr 248), waardoor er
een nieuwe rooilijn kon ontstaan in het verlengde van de Reet van de Muur. Een bouwtekening van 26-10-1875 blijkt
nieuwbouw te betreffen op het resterende deel van het perceel.
Op een situatietekening van de Hollebilt uit 1877 blijkt
de beoogde sloop inderdaad uitgevoerd te zijn. Aangenomen kan daarom worden dat de sloop van wijk E, nr 247 en 248 in
of kort na 1875 is uitgevoerd.
Terzijde: in de hoek tussen de zuidgevel van het te slopen deel en het eerste pand van
de Reet van de Muur (Visscherssteeg 23)
is in de straat een 'keldertrap' ingetekend. Ook de pomp van de Hollebilt en een
poort naar het zuidelijke slop zijn aangegeven. - jp0214)
- Winkler, Cornelis & E. Winkler-Junius, Herinneringen van Cornelis Winkler, 1855-1941. Utrecht & Antwerpen (Bohn, Schelteman & Holkema), 1983 2e druk/(1e druk: 1947) [180 blz. ISBN 90.313.0508.1]. Hierin: blz. 22 ("Ik had kamers gehuurd in de Zadelstraat, hoek Donkerstraat, waar ik gedurende mijn geheele studententijd, bij voortreffelijke lieden, den kruidenier Hackfoort, heb gewoond"), 31-32 (Omdat hij met het afleggen van het artsexamen tot na de grote vakantie moest wachten, vond hij dat hij "in de onmiddelijke omgeving van mijn woning, in het vierkant tusschen Zadelstraat en Haverstraat en tusschen Springweg en Oudegracht, als geneeskundige kon nuttig zijn. Het was een verschrikkelijke buurt, vol armlastigen en verongelukten in het maatschappelijk leven. Men vond er de Botersteeg, de Stroosteeg, de Galekopsteeg en de Reet in de muur, bevolkt met prostituées, souteneurs, misdadigers en andere door de maatschappij uitgestootenen. Daar praktseerde ik als 'dokter Kees' ongeveer een half jaar lang. Vele ongelukkigen, die ik er behandelde, stamden volstrekt niet uit de lagere klassen der maatschappij, integendeel, verloopen telgen uit adelijke geslachten, zoons of dochters uit intellectuele kringen waren daar terecht gekomen. Voor het eerst ging toen mijn oog open voor de stelling, dat niet zoozeer het milieu, waaruit zij komen, maar allereerst de persoonlijke factor een rol speelt bij hun vorming. Toen begreep ik eerst de beteekenis van Lombroso's boek 'L'uomo delinquente'. Maar naast deze ongelukkigen heb ik in hun omgeving ook vele personen ontmoet, die ik zeer hoog heb geacht. Zij waren voor mij het bewijs, dat het er niet op aankomt of men in een eendenkooi geboren is, als men maar uit een zwanenei is gekropen. Daar ook werd ik mij het gemis aan psychiatrische en neurologische kennis bewust").
- (C.C.v.d.G.), "Herinneringen van Cornelis Winkler, 1855-1941". In: Maandblad Oud-Utrecht, [06-] 1953 [jrg 26, nr 6], blz. 54-59 (bespreking van het genoemde boek).
- Determeijer, Bert, "Rosse buurt in kaart gebracht". In: Binnenstadskrant (periodiek voor de Binnenstad van Utrecht), [jrg 20, nr 1] jan/maart-2015, blz. 15 (interview over met name de Hollebilt, als aankondiging van de Panoramalezing door het UDS van 28 januari 2015)